BLOG
Wat je als teamcoach kan doen als het ijzig stil wordt in de zaal
Je voelt de vlekken in je nek, het wordt mistig in je hoofd en de gezichten tegenover je bestaan uit vage contouren. Je voelt je ongemakkelijk, alsof het systeemplafond op je neerdaalt. Hoe kom je hier zonder kleerscheuren vandaan?
Theorie als redmiddel
Om uit dit moeras te komen moet je je geloofwaardigheid terugwinnen. Je wil laten zien dat je heus de leiding kan nemen en dat je weet waar je over praat. Gelukkig schiet een goede theorie je te binnen. Je loopt naar de flipover. Het is ijzig stil in de zaal.
De kans is groot dat het moment van spanning haakt aan hun vraagstuk. Dat je als teamcoach die spanning voelt. Dat je denkt dat het aan jou ligt en dat je weg wil uit dit spanningsveld. Net zoals de deelnemers (en net als de hele wereldbevolking).
Een theorie of een model trekt mensen inderdaad weer even naar het hoofd. En autoriteit aanhalen biedt een veilig perspectief. In dat opzicht lijkt het aanbieden van theorie te voldoen aan de behoefte van deelnemers (dat denken ze vaak zelf ook). In werkelijkheid fungeert het als vluchtheuvel om vervolgens weer met 100 km/uur je adem in te houden.
De kans is groot dat het moment van spanning haakt aan hun vraagstuk. Dat je als teamcoach die spanning voelt. Dat je denkt dat het aan jou ligt en dat je weg wil uit dit spanningsveld. Net zoals de deelnemers (en net als de hele wereldbevolking).
Een theorie of een model trekt mensen inderdaad weer even naar het hoofd. En autoriteit aanhalen biedt een veilig perspectief. In dat opzicht lijkt het aanbieden van theorie te voldoen aan de behoefte van deelnemers (dat denken ze vaak zelf ook). In werkelijkheid fungeert het als vluchtheuvel om vervolgens weer met 100 km/uur je adem in te houden.
Waarom theorie niet werkt
Er zijn veel manieren om te vluchten: grappen maken, van onderwerp veranderen, aanvallen, terugtrekken, verdoven. Een deelnemer heeft recht op zijn nooduitgang. De teamcoach niet. Hij zal de verleiding van de nooduitgang moeten leren weerstaan om te blijven bij de spanning. Hoe gruwelijk moeilijk dat ook is.
Want, hadden ze jou niet ingehuurd omdat ze last hebben van een stroeve samenwerking? Of omdat ze niet goed met elkaar communiceren? Of omdat ze behoefte hebben aan een “feedbackcultuur”? Dit zijn relationele vragen en dat los je niet op met een theoretisch kader. Relationele vragen los je op in de relatie.
Want, hadden ze jou niet ingehuurd omdat ze last hebben van een stroeve samenwerking? Of omdat ze niet goed met elkaar communiceren? Of omdat ze behoefte hebben aan een “feedbackcultuur”? Dit zijn relationele vragen en dat los je niet op met een theoretisch kader. Relationele vragen los je op in de relatie.
Hoe dan wel?
Zodra het systeemplafond op je neerdaalt, dan weet je dat je goed zit. Onderzoek het vraagstuk daar waar het zich voordoet. Met de groep. Dus niet in je eentje, in je eigen hoofd.
Stel een vraag (“wat gebeurt er nu?”) of geef een observatie (“het is erg stil”) die gaan over dat specifieke moment. Hou dan weer je mond.
En vergeet niet om te blijven ademen.
Stel een vraag (“wat gebeurt er nu?”) of geef een observatie (“het is erg stil”) die gaan over dat specifieke moment. Hou dan weer je mond.
En vergeet niet om te blijven ademen.